1. Omgang met gevaarlijke stoffen een serieuze zaak

Omgang met gevaarlijke stoffen: een serieuze zaak

Vloeistoffen, gassen of vaste stoffen die een risico vormen voor de gezondheid of veiligheid van medewerkers, komen op bijna alle werkplekken voor. Voor zo’n 15 procent van de werkenden in de EU vormt de omgang met gevaarlijke stoffen onderdeel van hun dagelijkse werkzaamheden en nog eens 15 procent ademt op het werk rook, dampen, poeder of stof in. Heb jij de aanwezigheid en de risico’s van gevaarlijke stoffen in jouw organisatie in beeld? En hoe ga je daarmee om?

De cijfers liegen er niet om: door de omgang met gevaarlijke stoffen op de werkvloer lopen jaarlijks 17.000 werknemers in Nederland een beroepsziekte op en komen zo’n 1850 mensen vroegtijdig te overlijden. Meer dan het aantal verkeersdoden. Er is alle reden om als organisatie energie te steken in de veilige omgang met gevaarlijke stoffen. Kelly Caris, arbeidshygiënist/toxicoloog bij Arbo Unie: “Dat is niet zo eenvoudig. Als je werkt met bijvoorbeeld asbest, explosieven of zuren, is het evident dat daar risico’s aan kleven. Maar organisaties zijn zich er niet altijd van bewust dat ze medewerkers blootstellen aan gevaarlijke stoffen, die bijvoorbeeld ook in schoonmaakmiddelen kunnen zitten. Of ze hebben geen compleet beeld.”

Waar ligt de grens?

Er is gedegen kennis nodig om het brede spectrum van gevaarlijke stoffen te overzien. Professionele ondersteuning bij de risico-inventarisatie van gevaarlijke stoffen is dan ook geen overbodige luxe, vindt Kelly. “Wij volgen in onze advisering het 4-stappenmodel toezicht stoffen van Inspectie SZW, de voormalige Arbeidsinspectie. Stap 1 is in kaart brengen met welke stoffen medewerkers in aanraking komen en wat ze daarmee doen. Ook kunnen we meten in hoeverre medewerkers aan gevaarlijke stoffen worden blootgesteld en de risico’s beoordelen. Dat is stap 2.

Een moeilijkheid daarbij is dat voor veel gevaarlijke stoffen de wettelijke grenswaarden in 2007 zijn afgeschaft. Waar leg je dan de grens? Hoeveel is te veel? Ook bij dat vraagstuk is deskundige ondersteuning zinvol. Wij kijken daarvoor naar richtlijnen van Nederlandse én internationale adviesorganen.”

Van inzicht naar maatregelen

Zijn de stoffen, blootstelling en risico’s in beeld, dan volgt stap 3: maatregelen treffen. “Wij geven daar gerichte adviezen in: van de bron wegnemen door met andere middelen te gaan werken tot organisatorische maatregelen zoals taakroulatie”, zegt Kelly. “Ook besteden we veel aandacht aan stap 4: borging van de processen. Zodat nieuwe stoffen die de organisatie inkomen grondig beoordeeld worden en de protocollen worden nageleefd. In sommige gevallen adviseren we monitoring van markers van de gevaarlijke stoffen in bijvoorbeeld bloed of urine. Dat geeft ook zicht op de effectiviteit van ingezette maatregelen, zoals persoonlijke beschermingsmiddelen. Daar hangt veel vanaf.”

Meer weten?

Heb je een specifieke vraag voor Kelly Caris over werken met gevaarlijke stoffen? Neem dan contact met haar op via kelly.caris@arbounie.nl.

Deel deze pagina

Terug naar nieuwsoverzicht